Dag 33-35, Donderdag 4 Juni, Koffietijd in Panaga

5 juni 2020 - Liang, Brunei

Dinsdagochtend staat Hafiz om 7 uur bij de deur, hij komt mijn paspoort ophalen. Sinds vorige week is immigration bureau weer geopend. Tijdens de COVID periode zijn ze gesloten geweest omdat er in principe niemand in of uit mocht. Mijn visum was in Maart verlopen en moest net op dat moment weer verlengd worden. Met zo’n stempel in mijn paspoort kan ik dan komend jaar weer vrijelijk in en uit reizen. Normaal mag je maar 28 dagen in het land blijven en heb je iedere keer een uitnodiging brief nodig van het bedrijf plus een geldig vliegticket om weer naar huis te vliegen. Iedere keer als ik aankom op het vliegveld sta ik in een lange rij omdat ze alles nauwkeurig controleren. Betekent het openen van ‘immigration’ ook dat de grenzen weer opengaan? Ik begin een sprankje hoop te krijgen…

In de middag ga ik een rondje cruisen. Ik herinner me de weg aan de andere kant van het Andulu Forrest, richting Lamunin. Ik rij langs plaatsjes als Kampung Bangunggos, Penapar Tanjong Maya, Pengkalan Dong Lamunin. Mooie namen. Denk overigens niet dat ze op plaatsnaam bordjes staan  als je binnen komt rijden, ik heb de namen van google Earth geplukt. In Ukong sla ik links af richting Layong en volg dan de weg noordelijk, terug naar Tutong. Ik rij ondertussen op wegen waar ik al een keer gereden heb. Wat de verrassing wat ontneemt.

Anduki recreational park

Woensdag een wandeling gepland om het ‘Anduki Lake’. Een park tussen Lumut en Seria dus dicht bij. Anduki is ook de naam van het naastgelegen heliport, waardoor er af en toe helicopters overvliegen. Langs het water staat een verhoogd bordes, deze is gemaakt voor radiografisch bestuurbare bootjes. Er wordt weinig geracet vandaag. Ook bordjes met krokodillen, oppassen dus. Omdat het meertje in verbinding staat met de zee zijn de getijden zichtbaar op de oever. Als ik er loop is het net eb en lopen er talloze krabbetjes door het slib langs de oever. Kleine wenkkrabbetjes met  een grote schaar zijn op zoek naar een maaltje. Normaal gesproken moet je om het hele meer kunnen lopen. Helaas, net zoals vele andere parken in Brunei, is er na oplevering van een project weinig aandacht aan het onderhoud van de paden. Daardoor sta ik na een half uurtje lopen voor een riviertje waar in het verleden een bruggetje over lag. Dat is pech, bruggetje weg. Als ik terugloop zie ik een helikopter overvliegen. Zou het Roland zijn? Hij was vlieger bij CHC in Den Helder en woont nu samen met zijn vrouw Carla alweer 4 jaar in Brunei, waar hij vlieg instructeur is voor Shell. Ik ben ze al eens tegengekomen op het vliegveld en toevallig zaten we toen ook naast elkaar op de vlucht van Bandar naar Kuala Lumpur. Morgen ga ik bij ze langs voor een kop koffie.

Carla voor hun huis in Panaga

We hebben rond 10 uur afgesproken in Panaga, een groot Shell compound waar vele expat families die voor Shell werken wonen. Het heeft een club, sport-faciliteiten en een school. Conny vertelde me dat haar zus hier ook een tijdje heeft gewoond. Niet vreemd want ooit woonden hier honderden Nederlandse gezinnen. Nu zijn dat nog zo’n kleine 40 en zijn het meest Indische families die hier wonen. Als ik aankom rijden staat Carla net een brood te bakken. In een moderne kitchen-aid machine wordt het deeg gekneed en laat ze het rijzen op de veranda. Omdat Roland aan het werk is vandaag en ze bewust geen Amah in huis hebben doet ze alles zelf. Een Amah is een inwonende hulp in de huishouding. In Brunei is dat erg gebruikelijk, maar om toch wat om handen te hebben overdag doet ze alles zelf, net als in Nederland eigenlijk. Na een rondleiding door het huis een kop koffie met een lekkere stroopwafel. Ze was gisteren in Bandar en weet daar een winkeltje te zitten waar ze die verkopen. Lekker. We praten wat over Covid, Brunei en over vroeger. Ze heeft bij de balie op de helihaven in Den Helder gewerkt, waar ik natuurlijk ook vele malen ben vertrokken. Daar had ze een collega, Sienie, uit Hippolytushoef die weer bevriend is met Michel Jansma, uit mijn voetbalteam. Zo wisten ze dat ik ook vast zat in Brunei en niet naar huis kon. Na de koffie laat ze me het Panaga park zien. Ze wonen in huizen die er al 60 jaar staan en iedere 4 jaar wisselen van eigenaar en die dus iedere 4 jaar opgeknapt worden met een likje verf en siliconen kit. Van een afstandje zien de bungalows er leuk uit maar kom je dichterbij dan zie je dat ze niet echt van afwerken houden. We fietsen over het park langs de Canadese huizen, dit zijn bungalows die met canadees geïmporteerd hout zijn afgewerkt. Eigenlijk best vreemd middenin een regio waar ze genoeg hout hebben. Doet me denken aan de Canadese huizen in Huisduinen in Den-Helder. We fietsen ook langs het huis van de vice consul van Nederland in Brunei. Omdat de dichtstbijzijnde Nederlandse ambassade in Singapore zit is hij de vertegenwoordiger in Brunei. Grappig dat hij voor Shell werkt, ik had een email-adres van ministerie van buitenlandse zaken verwacht. Laverend tussen de apen en varanen komen we na een uurtje fietsen weer terug. Daar eten we nog een broodje ei met kaas uit Nederland. We praten wat over de kinderen. Tim wil graag bij Korps Mariniers en blijkt dat zoon Rick die opleiding net afgerond heeft. Ze pakt het fotoboek en ik zie wat Tim te wachten staat. Het zal niet makkelijk worden maar de beloning aan het eind des te groter. De kaas had een vriend meegenomen uit Anna Paulowna een paar maanden geleden. Hij zou maar een paar dagen in Brunei verblijven maar door de COVID is dat noodgedwongen wat langer geworden, 10 weken langer. Gelukkig kon hij op afstand zijn zaken regelen. Als ik ’s avonds met Mafalda bel verteld ze dat ze die middag,bij bakkerij Slijkerman in Middenmeer, een man heeft geholpen die 10 weken vastzat in Brunei… Wat is het toch een kleine wereld. Rond twee uur vertrek ik weer naar huis, facetimen is een must maar face to face Nederlands praten is ook wel even lekker.

Originele Canadese huizen in Panaga

’s Avonds app ik nog ven met Tim hoe het met zijn examens gaat. Alhoewel de rest van Nederland al geslaagd is zit hij er nog middenin. ‘Ik snap er geen kut van’ krijg ik terug. Door de COVID zijn vele lessen uitgevallen en is de informatie voor de examens wat summier. Ik besluit nog even met hem te facetimen om samen de vragen door te nemen. Het gaat over chemische oorlogsvoering: wat te doen bij de explosie van een atoombom, wat is effect van mostert gas, wat voor organisatie is de VN etc. Na een uurtje komen we bij de laatste vraag en is de batterij van zijn telefoon leeg, net op tijd.

Als ik vanochtend deze blog schrijf is het in Nederland drie uur ’s nachts. Hedwig is aan het werk in het ziekenhuis. Nachtdienst. We wensen elkaar nog even succes. Zo ver weg maar toch dichtbij…

Foto’s