Dag 20, Woensdag 29 April, Ulu Temburong

30 april 2020 - Ulu Temburong National Park, Brunei

De dag begint met een bezoek aan de dokter. Omdat ik drie weken vrij ben geweest moet ik me laten keuren door een arts. Deze verklaart dan: ‘fit for work’. Het is meer een formele toezegging want echt testen op Covid doet hij niet. Ik moet verklaren dat ik niet hoest, geen diarree heb en geen koorts heb. Hij luistert even naar mijn longen en kijkt me diep in de ogen. Stempel erop en gaan maar weer. Alles duurde 5 minuten. De keuring was in Bandar bij de Yong clinic in Gadong, een vrij drukke buitenwijk van de stad Bandar. Zo druk met auto’s had ik het nog niet gezien. Na 20 dollar te hebben betaald ga ik op weg naar de nieuwe brug die de twee delen van Brunei, gescheiden door de Brunei baai, met elkaar verbinden. De 30 kilometer lange brug is gebouwd om de reistijd te verkorten. Anders moeten de bewoners van Ulu Temburong via Maleisie, dus 4 immigratie checkpoints, naar de hoofdstad of via een boot verbinding. De opening was eigenlijk wat later gepland dit jaar maar door de Covid situatie, met gesloten grenzen, is dit al op 17 Maart gebeurt. Al rijdend over de brug wil ik eigenlijk wel een foto maken maar iedere kilometer staat aangegeven dat de bestuurder dat niet mag en er hangen camera’s dus ik durf dit niet te doen. Handen aan het stuur houden natuurlijk.

De nieuwe brug naar Ulu Temburong

Eenmaal over de brug kun je links of rechts, rechts is naar het Temburong park wat mijn doel is vandaag en links staat niet echt iets aangegeven. Ik besluit eerst links te gaan richting grens naar Maleisie. Hier liggen een paar kleine dorpjes maar langs de weg alleen maar bos. Na 10 kilometer kom ik bij de grenspost Labu en keer de wagen, niemand te zien, mannen zullen wel zitten te kaarten. Het is ook komkommertijd bij de immigratie, er gaat niks in of uit. Op de heenweg zag ik een heuvel met een weg. Ik hoop dat ik vanaf die heuvel een mooie foto van de brug kan maken. Ik parkeer de auto voor de slagboom en probeer het bord te lezen. Echter alles in Malei, ik hoop dat het geen militair terrein is. Plotseling komt er een jongen uit de bosjes tevoorschijn, wat doet hij hier in de middle of nowhere. Hij zal geen stroper zijn want hij heeft een reflecterend vestje aan. Ik vraag hem wat er op het bordje staat. ‘Vuilnisbelt’ zegt hij. Ik zeg dat ik een foto wil maken op de top van de heuvel. ‘Kom maar mee’ zegt hij en loopt voor me uit. Ik schat de jongen een jaar of 18. Hij spreekt redelijk engels. Ik vraag wat hij doet. ‘Wachten op de vuilnis wagen’, ‘hoe vaak komt die dan?’ vraag ik , 'een keer per dag’ antwoord hij. Oei dat is een lange dag dan voor hem denk ik. Eenmaal boven komt de geur me al tegemoet. Ik laat me niet kennen en volg de jongen. Hij laat zijn kraanmachine zien die hij moet bedienen en zoekt een mooie positie voor mij maar omdat de heuvel vol bomen staat zie ik niet echt een plek voor een foto van de brug. Dan maar een foto van jou zeg ik tegen hem. Doe je armen over elkaar en sta trots voor je kraanmachine. Op de weg naar beneden worden we gevolgd door een roedel straat honden maar het blijft bij blaffen. Blaffende honden bijten niet.

Rijstvelden Ulu Temburong

Terug in de auto passeer ik de brug weer en ga nu dus de rechterkant van het gebied verkennen. Hier is het een stuk drukker. Ook veel dagjes mensen die gewoon even de brug over rijden om te kijken hoe het er hier uit ziet. Het eerste stuk zie ik allemaal hutjes in een open veld staan. Daar kan men schuilen tegen de zon, lokaal noemt men ze ‘sulap’,  waar de arbeiders even kunnen rusten als ze in de rijstvelden aan het werk zijn. Als ik verder rijd kom ik bij Bangar aan. Dit is het grootste dorp in dit gebied. Ik stop bij de rivier en loop een steigertje op. Er staat wel iets in Malei maar kan het niet lezen. Al snel komt er een jonge politie agent naar me toe. Ik mag hier niet op, dit is de aanleg voor de politieboten. Ik excuseer mezelf en vraag de weg naar Ulu Temburong national park. Als hij me vriendelijk de weg wijst vraag ik nog of ik er met een normale auto naar toe kan of een 4x4 nodig heb. ‘Niet nodig’ zegt hij ‘de weg is goed’ en loopt het politieburo weer binnen. Ik sla af richting het zuiden. De weg volgt de rivier ‘Sungai Temburong’ die rustig door het oerwoud meandert. De weg is verrassend goed. Veel beter als de wegen rond Labi. Na 25 kilometer loopt deze weg ook dood. Hij eindigt in Batang Duri bij een twee huizen van travel agencies die de tochten organiseren naar de binnenlanden. Ik had gehoopt dat ik mee kon varen met een longboat als ik hier zelf naar toe zou rijden. Helaas is het alleen als pakket te boeken voor een hele dag of meerdere dagen met overnachting. Ulu Temborong is vrijwel geheel beschermd gebied en geliefd bij eco toeristen omdat het nog ongerepte bossen heeft. Iets eerder is een klein park gemaakt met wat picnic plaatsen. Zelfs met een kleine dierentuin, die door Covid natuurlijk gesloten is. Ik parkeer de auto en eet mijn broodje jam en drink wat water. Thuis had ik een LUPA’tje gemaakt ( LUnch PAkket voor degenen zonder militaire ervaring) want ik wist niet wat ik aan zou treffen. In het park waren natuurlijk weer twee man aan het grasmaaien ( denk dat 10% van de beroepsbevolking grasmaaier van beroep is ). Ook was er een vrouw de koran aan het bestuderen. Ramadan is een tijd van bezinning. In een hoekje van het park zie ik een opening in de bebossing. Vanhier een mooi doorkijkje op de rivier. Ik loop naar beneden naar de bedding van de rivier maar moet door wat moerasgebied. Hier echter veel steekmuggen en besluit daarom terug naar de auto te gaan.

Doorkijk over de rivier Temburong

Langs de kant van de weg staan verschillende tentjes waar ze eten verkopen. Ik stop bij een tentje waar een moeder en kinderen staan te verkopen. De oudste dochter, ik schat Tim’s leeftijd, 17 jaar legt uit wat ze verkoopt. Ik onthou niet alle namen maar koop een broodje wat er uitziet als bapao. Achter haar zitten nog drie andere kinderen aan het huiswerk, ik zie de boeken op tafel liggen. Naast het tentje staat haar broertje, iets jonger dan Lukas, lange bamboe staven te verwarmen. In een half open vat liggen wat kokosnoot schillen te branden met daarboven de bamboe. In de bamboe zit rijst met kokosnoot melk en wat zout. De rijst is omwikkeld met bananenboomblad zodat het niet aan de bamboe kleeft. Erg smakelijke rijst. Ik koop ook de rijst en vraag of ik een foto mag maken. daarna rijd ik terug naar de brug. Mushadi, een operator van ons woont in Kampong Puni, een plaatsje hier dichtbij. Hij had aangeboden me rond te leiden maar zit in de andere groep waardoor hij op dit moment aan het werk is, jammer. Als ik weer over de brug rijd is het inmiddels 4 uur, tijd om naar huis te gaan. Morgen is de laatste dag van mijn ‘vakantie’.

Jonge man staat milky rice te koken

1 Reactie

  1. Hedwig:
    30 april 2020
    He jammer alweer je laatste dag .... geniet zo van je verhalen...